2. Het Metro Net en de Metro Map

In deze module wordt uitgelegd uit welke elementen de visualisaties Metro Net en Metro Map zijn opgebouwd.
Inhoudsopgave

2.1 Introductie

De Metro Mapping methode maakt gebruik van visualisaties om overzicht te krijgen over zorgpaden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de de metafoor en de visuele taal van de metro. 

Het Metro Net geeft op hoofdlijnen alle onderzoeks- en behandelmogelijkheden weer voor een aandoening. 

De Metro Map is een gedetailleerde visualisatie van een zorgpad binnen het Metro Net.

De Metro Net en Metro Map zijn hulpmiddelen om zicht te krijgen op bestaande en toekomstige zorgpaden. En ze dragen bij aan het (her)ontwerpen van zorgpaden. In deze module van de handleiding worden het Metro Net en de Metro Map uitgelegd.  In module 3 wordt uitgelegd hoe je dit in Microsoft Visio uitwerkt. 

Voorbeeld Metro Net
Dit voorbeeld beschrijft het Metro Net van prostaatkanker.  

Voorbeeld Metro Map
Dit voorbeeld beschrijft de Metro Map van prostaatkanker.  

2.1.1 Begrippen

In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van de volgende begrippen:  

  • Metro Net: een visueel overzicht dat voor een bepaalde aandoening op hoofdlijnen alle onderzoeks- en behandelmogelijkheden en hun onderlinge relatie weergeeft. 
  • Metro Map: een gedetailleerde visualisatie van een zorgpad binnen het Metro Net.
  • Zorgpad: een verzameling van opeenvolgende onderzoeks- en behandelfases voor een specifieke aandoening (o.b.v. https://e-p-a.org/care-pathways/).
  • Fase: een fase is een deel van het zorgpad met een specifiek doel, zoals diagnose of behandeling. 
  • Metrolijn: een combinatie van een aantal opeenvolgende stappen (stations) binnen een fase. Binnen een fase kunnen meerdere Metrolijnen bestaan, bijvoorbeeld wanneer er meerdere behandelopties zijn.
  • Station: dit is een stap in een Metrolijn. Dit kan bijvoorbeeld een beslismoment, consult, behandeling, onderzoek of MDO (multi-disciplinair overleg) zijn.

2.2 Metro Net

Het Metro Net is een visueel overzicht dat voor een bepaalde aandoening op hoofdlijnen alle onderzoeks- en behandelmogelijkheden en hun onderlinge relatie weergeeft.

Om een Metro Net te maken is inzicht nodig in alle onderzoeks- en behandelmogelijkheden voor een aandoening en hoe deze met elkaar samenhangen, de fases van het zorgpad en het type en het stadium van de aandoening. Deze informatie staat vaak vermeld in de richtlijn(en) voor een bepaalde aandoening. De richtlijnen zijn daarmee een goed startpunt voor een eerste versie van het Metro Net. 

Het Metro Net is een visualisatie waarin de volgende elementen worden gebruikt:

  • Fases
  • Onderzoeks- en behandelmogelijkheden
  • Overstapstations
  • Verbindingslijnen

Diagnose- en behandelmogelijkheid per fase

De diagnose en behandeling van een aandoening bestaat uit verschillende fases. Bij een oncologische aandoening zijn er, na een initiële diagnose, curatieve en palliatieve behandelmogelijkheden. Na een behandeling kan herdiagnostiek volgen en mogelijk andere behandelmogelijkheden. 

Het Metro Net geeft per fase de diagnose- en behandelmogelijkheden weer als Metrolijnen. In het Metro Net worden alleen de overstapstations weergegeven. De andere stations worden in dit overzicht niet getoond. Verbindingslijnen laten zien hoe onderzoeken en behandelingen samenhangen. 

Let op! De fases van het Metro Net worden ook gebruikt in de Metro Map.

Naamgeving fases

Denk bij de naamgeving van de fases na of deze helder is voor de gebruikers. Wanneer in een fase één behandeling mogelijk is kan dit de naam van de fase zijn; bijvoorbeeld chemotherapie. Wanneer meerdere behandelingen mogelijk zijn kies dan voor andere naam, bijvoorbeeld ‘initiële behandeling’. 

Kleurgebruik

Elke fase wordt met een eigen kleur weergegeven. Wanneer in een fase één behandeling mogelijk is krijgt de fase de kleur die bij de type behandeling past. De Metrolijn en de stations in deze fase krijgen dezelfde kleur. In de titelbalk wordt de naam van de fase vermeld. Wanneer meerdere behandelingen mogelijk zijn in een fase krijgt de titelbalk een andere kleur dan de kleuren van de Metrolijnen. De Metrolijnen en de stations krijgen de kleur van het type behandeling. 

2.3 Metro map

De Metro Map is een gedetailleerde visualisatie van een specifiek zorgpad binnen het Metro Net

2.3.1 Lagen

Een Metro Map bestaat uit vijf lagen.

  • Layer Experience: in deze laag worden de ervaringen van patiënten en naasten met het zorgpad beschreven.
  • Layer Metro: dit is een visualisatie van de fasen, Metrolijnen en stations binnen het zorgpad. Dit wordt aangevuld met ervaringen van zorgverleners met het zorgpad.
  • Layer Information: in deze laag wordt vastgelegd welke informatie op welk moment met de patiënt en naasten wordt uitgewisseld.
  • Layer Companions: in deze laag worden per fase de zorgverleners en hun rol beschreven.
  • Layer Context: in deze laag wordt weergegeven waar elke stap plaatsvindt en welke hulpmiddelen de patiënt gebruikt.

In de volgende hoofdstukken worden de lagen uitgelegd.

Metro Map

2.3.2 Kolommen

De Metro Map heeft een vast stramien van kolommen.

De kolommen zorgen voor de verbinding tussen de lagen van de Metro Map. Binnen een kolom hoort de informatie in de verschillende lagen bij elkaar.

Een vaste breedte van de kolommen zorgt voor een helder visueel ritme. Dit draagt bij aan de overzichtelijkheid van de Metro Map. 

Elke kolom heeft een code. Deze staat onderaan in de Layer Metro. Daarmee kan eenvoudig naar een kolom worden verwezen. De code bestaat uit een combinatie van letters en cijfers. De letters verwijzen naar de naam van de fase. Bijvoorbeeld de fase ‘operatie’ heeft de volgende codering: OP1, OP2, OP3 etc.

Metro Map kolommen

2.3.3 Layer Metro

In de Layer Metro worden de fases, Metrolijnen en stappen van het zorgpad in kaart gebracht. 

Het is een visualisatie op basis van de metafoor en de visuele taal van de metro.

Fases

De Metro Map is een weergave van een zorgpad dat uit meerdere fases bestaat. 

De fases en het kleurgebruik zijn gedefinieerd bij het maken van het Metro Net. Neem deze over in de Metro Map. 

Metrolijn

In de Layer Metro wordt de reis van de patiënt weergegeven met een ‘Metrolijn’. 

In de Layer Metro worden de stappen weergegeven die een patiënt doorloopt. Door het zorgpad vanuit de patiënt weer te geven, is het makkelijker het zorgpad voor de patiënt te optimaliseren.

Een Metrolijn is een combinatie van een aantal opeenvolgende stappen (stations) binnen een fase. De lijn en de stations hebben de kleur die past bij het type behandeling. 

Bij een keuzemogelijkheid splitst de Metrolijn zich. Zie verderop: ‘Optionele stappen op een Metrolijn.’

Lijn
De reis van de patiënt wordt weergegeven met een doorlopende lijn.

Gesplitste Metrolijn
De metrolijn splitsts bij meerdere behandelmogelijkheden.

Station

Een station is een stap in het zorgpad en wordt weergegeven als een stip op de metrolijn. 

Een station wordt weergegeven als stip op de Metrolijn met tekstuele toelichting. Alleen de stappen die relevant zijn voor het doel worden weergegeven.

Bij ieder station wordt benoemd wat er gebeurt en welke zorgverleners betrokken zijn. Daaronder kan beknopt toelichting gegeven worden.

Alleen de stappen, die relevant zijn voor het doel van de Metro Map, worden weergegeven. Afhankelijk van het doel, kan bijvoorbeeld gekozen worden om het geven van medicatie wel, maar het bestellen, bereiden en controleren van de medicatie niet weer te geven.  

Tekstuele toelichting bij een stap

  • Wat: wat gebeurt er in deze stap?
  • Met wie: wie is betrokken in deze stap?
  • Toelichting + evt opsomming

 

Soorten stations Voor verschillende soorten stappen zijn er verschillende vormen van stations.
Onderzoek of behandelstap

Behandelstap (geen consult)

Consult

Bespreking met patiënt (bijstellen route altijd mogelijk)

Consult + keuzemoment

Bespreking met patiënt en gepland shared decision making moment: keuze van patiënt nodig

Stap zonder patiënt

Stap zonder participatie of aanwezigheid patiënten (bijv. MDO)

Stations en kolommen

Wanneer patiënten op één dag meerdere zorgstappen doorlopen worden deze ineen kolom getoond.

Patiënten doorlopen soms op één dag meerdere zorgstappen, bijvoorbeeld wanneer een patiënt op één dag eerst bloed laat prikken, dan een consult heeft en daarna een chemo-behandeling krijgt. De stations die op één dag plaatsvinden worden in één kolom geplaatst. De stations worden in chronologische volgorde naast elkaar geplaatst. De tekstuele toelichting wordt onder elkaar geplaatst.

Meerdere zorgstappen op één dag

Optionele stappen op een Metrolijn

Niet iedere patiënt doorloopt altijd alle stations op een Metrolijn. 

Er zijn drie type optionele situaties. Deze worden op een eigen manier gevisualiseerd.

  1. Keuze: twee of meer behandelingen zijn mogelijk, bijvoorbeeld een operatie of radiotherapie. Na het keuzemoment splitst de Metrolijn in twee of meer Metrolijnen. Deze lopen parallel verder. De patiënt volgt één van deze Metrolijnen. Bij het keuzemoment voor de splitsing wordt aangegeven op basis van welke criteria een keuze gemaakt wordt.

Splitsing van de Metrolijn in twee of meer Metrolijnen

  1. Uitzondering: een station die niet voor alle patiënten geldt, alleen bij bepaalde criteria. In de tekst onder het station staat dat dit station optioneel is en wat de criteria zijn voor dit station.

Optioneel station

  1. Overslaan: soms kunnen patiënten stations overslaan, bijvoorbeeld wanneer bepaalde onderzoeken al elders zijn uitgevoerd. Voor het overslaan van stations wordt de Metrolijn gesplitst en een doorlopende lijn bovenlangs één of meerdere stations getekend. Daarna komen de Metrolijnen weer samen.

Station overslaan

Overstappen

Tijdens een reis moet een patiënt meermaals overstappen naar een andere Metrolijn. 

Een voorbeeld van een overstap is de overgang van diagnose naar behandeling of van een chemotherapie naar een radiotherapie. Vaak krijgt de patiënt dan met andere zorgverleners te maken en komt de patiënt in een andere omgeving. 

Aan het eind van een fase staat de patiënt voor de keuze hoe verder te gaan. Dit kan zijn naar een volgende behandeling. Daarnaast volgt niet elke patiënt de gangbare route, bijvoorbeeld, omdat tijdens de behandeling uitzaaiingen zijn vastgesteld. Dan maakt de patiënt een sprong naar een andere Metrolijn of naar een andere Metro Map. 

De Metro Map geeft inzicht in de overstapmogelijkheden. Dit is belangrijke informatie omdat een overstap vaak een verandering betekent in de betrokken zorgverleners, informatie of omgeving.

Overstapstation tussen fases

Overstap naar een ander station op het zorgpad

Sprongen in het zorgpad kunnen ontstaan door keuzes van de patiënt, het ziektebeloop, de ontwikkeling van de aandoening en/of effecten van de behandeling. Dit kan zowel naar voren als naar achter in het zorgpad zijn. Het kan ook een sprong naar een ander zorgpad zijn. Dergelijke overstappen worden weergeven met een blokje aan een verticale lijn. In het blok staat het nummer van de kolom, waar de patiënt naar overstapt. Het blokje heeft de kleur van de fase, waar de patiënt naar overstapt. Naast het blokje kan een korte toelichting geschreven worden. 

Herhalingen

Sommige stappen worden een aantal keer herhaald voordat men verder gaat op de Metrolijn, bijvoorbeeld bij een chemokuur. Dit wordt aangegeven door een teruglopende lijn met pijl.

Door een herhaling met een symbool weer te geven, hoeven de stations niet meerdere keren weergegeven te worden. 

Een herhalend station of reeks van stations wordt weergegeven met een gebogen pijl naar links. Onder de stap wordt toelichting gegeven over hoe vaak en onder welke voorwaarden herhaling plaatsvindt.

Herhalende stap
Een herhalende stap wordt weergegeven met een gebogen pijl naar links

Een herhalende reeks van stappen
Een herhalende reeks van handelingen of zorgmomenten worden weergegeven met een lijn terugloopt boven de stations langs en aansluit op een eerder station op de metrolijn.

Doorlooptijd

Doorlooptijd geeft informatie over de tijd tussen stations of de tijdsduur bij een station. 

Doorlooptijd tussen stations
Doorlooptijden tussen stations worden aangegeven met een grijze lijn die van station naar station loopt. In de tekst wordt de doorlooptijd aangegeven.  

Doorlooptijd bij een station
Doorlooptijden bij een station worden in de toelichting beschreven, bijvoorbeeld een chemobehandeling duurt 2 uur.

Voorbeeld van de Layer Metro

2.3.4 Layer Information

In de Layer Information wordt vastgelegd welke informatie wanneer met de patiënt en naaste wordt uitgewisseld. 

Het is belangrijk dat de patiënt goed wordt geïnformeerd gedurende het gehele zorgpad. Bijvoorbeeld om te begrijpen wat een behandeling inhoudt of bij wie ze terecht kunnen voor vragen en bij complicaties. Het is ook belangrijk om een patiënt tijdig te informeren over bijwerkingen of praktische zaken, zoals de tijden en locaties van afspraken of voorbereidingen thuis. Door dit direct onder de Layer Metro weer te geven wordt duidelijk dat een wijziging in het zorgpad, de Layer Metro, ook een wijziging betekent in de informatie die de patiënt nodig heeft.

In de Layer Information staan 3 typen informatie:

Zorgpadinformatie

Dit is informatie die de patiënt nodig heeft om overzicht te hebben over het zorgpad. Dit kan informatie zijn over de verschillende fases van het zorgpad, de stappen binnen een fase en de behandelmogelijkheden (zoals beschreven in de Layer Metro). Dit kan ook informatie zijn over de betrokken zorgverleners en bij wie de patiënt terecht kan voor vragen (zoals beschreven in de Layer Companions). En informatie over locaties en medische hulpmiddelen waarmee de patiënt te maken krijgt (zoals beschreven in de Layer Context).

Uitslagen en adviezen

Dit is informatie die specifiek is voor de individuele patiënt, zoals bloeduitslagen of een (behandel)advies. In de Metro Map wordt in algemene termen beschreven welke informatie de patiënt krijgt, bijvoorbeeld dat de patiënt informatie krijgt m.b.t. het type kanker en de locatie waar de tumor zich bevindt.

Patiëntentools

Dit zijn ‘tools’ die voor de patiënt en naaste van belang zijn om zich voor te bereiden op het vervolg van het zorgpad. Dit kunnen keuzehulpmiddelen zijn, maar ook vragenlijsten ter voorbereiding van een consult.

Voorbeeld van de Layer Information

Onderdeel van de Metro Mapping methode is een tool die inzicht geeft in de informatiebehoefte die patiënten en naasten kunnen hebben bij aanvang van een zorgpad en bij aanvang van een fase van het zorgpad. Deze tool wordt binnenkort beschikbaar gemaakt op deze site.

2.3.5 Layer Companions

In de Layer Companions wordt vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijk is in het zorgpad. 

Patiënten en naasten krijgen met veel verschillende zorgverleners en functies te maken en weten soms niet bij wie ze terecht kunnen voor welke vraag. 

De volgende vier companions worden in de Metro Map benoemd:

Hoofdbehandelaar

dit is de behandelaar die eindverantwoordelijke is voor de zorg van de patiënt

Contactpersoon

deze medewerker is het eerste aanspreekpunt voor patiënt en naaste bij vragen over zorg en gezondheid.

Planner

dit is de medewerker, waarmee de patiënt contact op kan nemen m.b.t. de planning van afspraken.

24/7 Contact

dit is de zorgverlener waarmee de patiënt in geval van nood (ook buiten de kantoortijden) contact op kan nemen.

Wanneer een patiënt overstapt op een volgende Metrolijn, bijvoorbeeld omdat de chemo behandeling is afgerond en de operatie volgt, veranderen vaak ook de companions. Door dit in kaart te brengen kunnen zorgverleners samen de overdrachten plannen en de patiënt en naasten goed informeren. 

In de Layer Information kan worden vastgelegd hoe en wanneer de patiënt en naaste over de companions worden geïnformeerd.

Voorbeeld van de Layer Companions

Onderdeel van de Metro Mapping methode is een tool om met zorgverleners en patiënten te inventariseren wie onderdeel zijn van de companions. Zo wordt duidelijker wie welke rol en verantwoordelijkheid heeft. Deze tool komt binnenkort beschikbaar op deze site. 

2.3.6 Layer Context

In de Layer Context wordt weergegeven waar elke stap plaatsvindt en met welke hulpmiddelen de patiënt te maken krijgt.

Voor patiënten en naasten kan het vinden van de juiste locatie op de juiste tijd een belastende, stressvolle taak zijn. In deze laag wordt bij elk station weergegeven wat de locatie is, bijvoorbeeld een bepaalde afdeling in het ziekenhuis of thuis. Als de patiënt de locatie kan kiezen of een behandeling thuis of in het ziekenhuis plaatsvindt kan dat ook in deze laag vastgelegd worden. 

De (medische) hulpmiddelen, waar de patiënt mee te maken krijgt, kunnen tot verwarring leiden. In deze laag kan per station vastgelegd worden met welke hulpmiddelen een patiënt te maken krijgt, zoals een MRI-scanner of infuus voor een chemokuur.

In de Information en Companions laag wordt aangegeven welke informatie de patiënt of naaste nodig heeft m.b.t. locatie of hulpmiddelen en wie erbij betrokken is.

Voorbeeld van de Layer Context

Onderdeel van de Metro Mapping methode is een tool die inzicht geeft in de informatiebehoefte die patiënten en naasten kunnen hebben bij aanvang van een zorgpad en bij aanvang van een fase van het zorgpad. Deze tool wordt binnenkort beschikbaar gemaakt op deze site.

2.3.7 Layer Experience

De Layer Experience beschrijft de ervaringen van de patiënt, naasten en zorgverleners met het betreffende zorgpad. 

Door de ervaringen in kaart te brengen op de Metro Map, worden knelpunten en mogelijkheden voor verbetering inzichtelijk.

Ervaringen van patiënten en naasten worden weergegeven in de Layer Experience, deze laag staat bovenaan de Metro Map.

In de Layer Experience worden ervaringen weergegeven aan de hand van:

  1. Thema’s: aan het begin van elke fase worden de thema’s weergegeven die belangrijk zijn voor patiënten en naasten in de betreffende fase.
  2. Citaten: per station kunnen citaten en ideeën worden weergegeven. Bij een citaat wordt aangegeven of het om een positieve of negatieve ervaring gaat. Een oplopende driehoek staat voor een positieve ervaring, en een aflopende driehoek voor een negatieve ervaring.


Ervaringen van van zorgverleners worden weergegeven in de Layer Metro bij de betreffende station. Dit wordt met een rood tekstkader weergegeven.

Voorbeeld van de Layer Experience

Service design

Service design is een vakgebied binnen design waarmee niet één product maar volledige diensten worden ontwikkeld (of bestaande diensten worden verbeterd). Service designers werken in het ontwerpproces samen met enkele klanten en de dienstverlener. Ze zetten ontwerpmethodes in om oplossingen te ontwikkelen voor alles wat er bij de dienstverlening komt kijken: de contacten tussen klanten en dienstverlener, het proces en ook allerlei informatie en producten die worden gebruikt in de dienstverlening. Service design wordt gebruikt om een gebruiksvriendelijke en consistente dienstverlening te ontwikkelen die bijdraagt aan een vooraf gesteld doel.

Metro Mapping is een service design methode waarmee zorgpaden (her-) ontworpen worden. Een zorgpad is de dienst die ontstaat tussen een zorgorganisatie en patiënten. Metro Mapping wordt ontwikkeld om samen beslissen in een zorgpad te bevorderen.